Statement van Prof. Dr. Natali Helberger naar aanleiding van de uitnodiging deel te nemen aan het rondetafelgesprek over de Corona-app in de Tweede Kamer op 22 April 2020:
Geachte voorzitter, geachte leden van de Tweede Kamer, hartelijk bedankt voor deze uitnodiging.
Samen met mijn collega’s hebben wij afgelopen week een brief geschreven die inmiddels door meer dan 180 wetenschappers en experts is getekend. Een brief die wereldwijd navolging heeft gekregen, ook in België, Duitsland en Zwitserland zijn naar aanleiding van ons initiatief vergelijkbare brieven verstuurd.
1. Moet er überhaupt een app komen?
Wij hebben deze brief geschreven om onze zorg te uiten over het ontbreken van de ruimte voor het stellen en beantwoorden van een aantal noodzakelijke vragen. Veel vragen zijn gisteren ook door uw kamer gesteld tijdens de technische briefing, zoals de vraag of een contact tracking app überhaupt de juiste oplossing is, en zo ja, voor welk probleem. Dit is nog steeds een hele centrale vraag.
2. Fundamenteel rechtelijke implicaties
Bij het beantwoorden van deze vraag zijn fundamentele rechten een belangrijk uitgangspunt. Op dit moment wordt de app vooral vanuit het gezichtspunt van de AVG besproken, de bescherming van onze persoonsgegevens, en of de verzamelde data wel of niet anoniem is. Dat is heel belangrijk, maar privacy gaat over veel meer dan alleen onze persoonsgegevens. Privacy gaat ook over het recht op autonomie, zelfbeschikking en op straat te kunnen lopen zonder het gevoel onder surveillance te staan. Dit brede privacybegrip moet ook een plaats krijgen in de afweging of er een app moet komen, en zo ja, welke.
Naast de privacy zijn er ook nog andere belangrijke fundamentele rechten die de app zal raken, zoals het recht op non-discriminatie, verzameling, veiligheid als ook economische rechten.
Aan de impact van tracking apps op deze fundamentele rechten is tot nu toe geen aandacht besteed, en toch is het uw taak om ook over deze fundamentele rechten en vrijheden te waken.
De impact van trackingapps op al deze andere fundamentele rechten is namelijk potentieel enorm.
Uiteindelijk zullen wij met tracking apps een precedent scheppen, of we dat nu willen of niet. Eenmaal geïnstalleerd op al onze telefoons hebben we snel precies de digitale surveillance infrastructuur gecreëerd waarvoor wij onze burgers tot voor kort juist wilden beschermen. En uit eerdere crises is gebleken dat ondanks alle goede bedoelingen vooraf, zo’n maatregel in de praktijk vaak nooit meer weggaat (denk aan de Patriot Act na 9/11).
Privacy en gezondheid, of privacy en de heropening van de economie hoeven geen tegenstellingen te zijn, zoals wij helaas steeds nog in het publiek debat vaak genoeg horen. De uitdaging in een democratische rechtsstaat is een oplossing die verenigbaar is met onze fundamentele rechten en vrijheden dus: voorzien bij wet, noodzakelijk en proportioneel. De maatregel, in dit geval de trackingapp, moet met andere woorden een zware proportionaliteitstoets kunnen doorstaan, des te meer omdat er zo vele fundamentele rechten worden geraakt.
Eerste wetenschappelijke simulaties roepen ernstige twijfels op of de voorgestelde apps überhaupt aan deze toets kunnen voldoen, en experts waarschuwen dat de kans even groot is dat een app een gevaarlijk gevoel van schijnveiligheid creëert.
3. Verder kijken dan een app
Ik sluit zeker niet uit dat digitale technologie, zoals een app, een nuttige bijdrage kan leveren. Maar als er een app komt, en dit is mijn laatste punt, moet de introductie begeleid worden door een weldoordachte beleidsstrategie die zich richt op het achterliggende systeem. Deze strategie moet verder kijken dan de app en ervoor zorgen dat er voldoende testmateriaal, capaciteit, coördinatie en procedures voor het omgaan met resultaten, fouten en misbruik zijn. En ze moet erop voorbereid zijn om met de maatschappelijke en juridische gevolgen, juist ook na de introductie van de technologie, om te kunnen gaan. De maatschappelijke impact van technologische maatregelen stopt niet met de introductie van een app. Ze begint dan pas!
De afgelopen dagen hebben ook laten zien hoeveel burgers, bedrijven, wetenschappers en experts uit verschillende disciplines bereid zijn hierover mee te denken – als ze maar de ruimte krijgen om met de bredere implicaties voor de maatschappij en de fundamentele rechten rekening te kunnen houden.