Door Natali Helberger¹ & Claes de Vreese²
Tijdens de persconferentie afgelopen dinsdag kondigde Minister De Jonge aan dat een centraal element van de exitstrategie om uit de ‘intelligente lockdown’ te komen uit twee apps gaat bestaan. Eén app die waarschuwt indien je in de buurt bent gekomen van mensen besmet met het COVID-19 virus en een andere app waarmee je symptomen kan melden en op afstand in contact kan komen met een dokter. Details moeten nog volgen.
In onze digitale samenleving zijn we inmiddels gewend dat er voor alles, dus ook voor problemen, een app bestaat – ‘there is an app for that’, ofwel: de appificatie van de samenleving. Waren tijdens de lockdown de apps van Facebook, Zoom en Netflix cruciaal, zo worden deze nieuwe apps belangrijk voor de heropening van de samenleving. Hoe zorg je ervoor dat zo’n app een hulpmiddel wordt en niet een nieuw probleem van de anderhalve meter samenleving?
Onder normale omstandigheden zouden overheid en burgers in Nederland waarschijnlijk niet peinzen over zulke nieuwe apps. De enige rechtvaardiging van contact tracking is dat we ons op dit moment in een globale crisis van onbekende proporties bevinden. Maar dan nog is het zaak om een nieuw instrument zo te creëren dat het proportioneel en adequaat is en publieke waarden en grondrechten respecteert.
De discussies rond de introductie van contact tracking technologieën als oplossing voor het reduceren van de snelheid van verspreiding van het COVID-19 virus in bijvoorbeeld China, Singapore, Israël en Duitsland laten zien dat contact tracking technologie niet zomaar een app is. Continue surveillance, publieke ‘shaming’ en stigmatisering liggen op de loer.
Privacy is in deze samenhang misschien nog niet eens het meest prangende probleem. Er lijkt inmiddels een aantal privacy vriendelijkere oplossingen te bestaan, zoals het DP-3T project van Prof. Troncoso en een internationaal team van wetenschappers (waaronder ook Nederlandse wetenschappers). Een recent vergelijkend onderzoek onder burgers in de VS, VK, Duitsland, Frankrijk en Italië naar de acceptatie van contact tracking apps heeft laten zien dat de grootste zorg van burgers is dat de maatregelen blijvend zullen zijn. Eenmaal ontwikkeld zijn er altijd goede argumenten te bedenken waarom contact tracking ook hard nodig is om bijvoorbeeld andere besmettelijke ziektes tegen te gaan of in de strijd tegen terrorisme of georganiseerde criminaliteit.
De nieuwe apps moeten proportioneel en tijdelijk zijn. Er moeten procedures komen voor het controleren van het functioneren van de app, de gevolgen ervan op de samenleving en het snel kunnen identificeren en afhandelen van vals-positieve uitslagen. En wat moet er precies gebeuren met mensen die te dicht bij een COVID-19 patiënt zijn gekomen? Blijven ze thuis, tot wanneer en doen ze dat met behoud van salaris of overheidssteun? Wat zijn de doelen van de apps, wat wordt wél en niet verzameld, welke individuele en welke groepsgegevens? Hoe worden ze beveiligd, opgeslagen, waar worden ze aan gekoppeld, wie heeft toegang en wanneer worden ze vernietigd? Transparantie en inzicht in het ontwerpproces dienen ook als bouwstenen voor maatschappelijk vertrouwen in de apps. Wat gebeurt er met de data? Mogen de data worden gedeeld met bedrijven, zoals bezorgservices en communicatiebedrijven, om op die manier door middel van nieuwe verdienmogelijkheden een economie in recessie het hoofd te kunnen bieden. En hoe voorkom je stigmatisering of een vals gevoel van veiligheid? Verder moet de communicatie rondom de uitrol helder zijn en gericht op deelname. Dat betekent een gevoel van gezamenlijk belang en verantwoordelijkheid creëren en tegelijkertijd ook rekening houden met de diversiteit van de burgers en gebruikers.
Deze antwoorden zijn noodzakelijk om, als maatschappij, klaar voor het gebruik van contact tracking technologie te zijn. Dit zijn geen vragen die door middel van een app opgelost kunnen worden, hiervoor moet beleid komen. En dat beleid moet meteen meegenomen worden in het ontwerp van de apps. Gezien de impact van de introductie van (verplichte) contact tracking op fundamentele rechten zoals het recht op privacy, maar ook op vergadering en vereniging, of economische rechten mag de introductie van contact tracking alleen op basis van een wet gebeuren. En zodra de pandemie onder controle is, moeten de daartoe ingestelde maatregelen ook direct stoppen. In Duitsland is het nieuwe “Gesetz zum Schutz der Bevölkerung bei einer epidemischen Lage von nationaler Tragweite” in werking getreden, met onder meer een bepaling die na afloop van de pandemie alle maatregelen meteen beëindigt. Een eerdere bepaling die toestond dat ter bestrijding van de crisis locatiedata gebruikt mag worden werd uit het wetsvoorstel gehaald wegens bedenkingen over privacy, maar ook wegens het gebrek aan nauwkeurige locatiedata.
Digitale technologie kan een bijdrage leveren aan de oplossing van maatschappelijke problemen. Maar dat kan alleen als er juridische safeguards zijn om de fundamentele rechten te waarborgen en publieke waarden vanaf het begin van de technische ontwikkeling in acht zijn genomen. Hiervoor zijn niet alleen experts nodig op het gebied van technologieontwikkeling, maar ook in het sociale en juridische domein. Alleen samen kunnen wij ervoor zorgen dat contact tracking de beoogde doelen behaalt. Alleen op deze manier kunnen we voorkomen dat contact tracking het nieuwe normaal wordt.
¹ Natali Helberger is Universiteitshoogleraar voor recht en digitale technologie, met een focus op AI aan de Universiteit van Amsterdam
² Claes de Vreese is Faculteitshoogleraar AI en democratie aan de Universiteit van Amsterdam